La búsqueda del término pagar ha obtenido 40 resultados
ES Español NL Neerlandés
pagar (v) [banca] incasseren (v) [banca]
pagar (v) [diferencia] bijleggen (v) [diferencia]
pagar (v) [dinero] bijleggen (v) [dinero]
pagar (v) [dinero] bekostigen (v) [dinero]
pagar (v) [pago] bezoldigen (v) [pago]
ES Español NL Neerlandés
pagar (v) [pago] salariëren (v) [pago]
pagar (v) [deuda] bijpassen (v) [deuda]
pagar (v) [diferencia] bijpassen (v) [diferencia]
pagar (v) [dinero] bijpassen (v) [dinero]
pagar (v) [dinero] betalen voor (v) [dinero]
pagar (v) [deuda] bijleggen (v) [deuda]
pagar (v) [banca] omwisselen in contanten (v) [banca]
pagar (v) [banca] innen (v) [banca]
pagar (v) [banca] verzilveren (v) [banca]
pagar (v) [banca] inwisselen (v) [banca]
pagar (v) [pago] vergoeden (v) [pago]
pagar (v) [empleo] iemand salariëren (v) [empleo]
pagar (v) [empleo] iemand betalen (v) [empleo]
pagar (v) [empleo] iemand bezoldigen (v) [empleo]
pagar (v) [empleo] iemand een salaris betalen (v) [empleo]
pagar (v) [importe] uitkeren (v) [importe]
pagar (v) [deuda] vereffenen (v) [deuda]
pagar (v) [diferencia] vereffenen (v) [diferencia]
pagar (v) [dinero] vereffenen (v) [dinero]
pagar (v) [deuda] aflossen (v) [deuda]
pagar (v) [deuda] aanzuiveren (v) [deuda]
pagar (v) [deuda] voldoen (v) [deuda]
pagar (v) [banca] accepteren (v) [banca]
pagar (v) [importe] accepteren (v) [importe]
pagar (v) [banca] uitkeren (v) [banca]
pagar (v) [deuda] afbetalen (v) [deuda]
pagar (v) [banca] uitbetalen (v) [banca]
pagar (v) [desembolsar] uitbetalen (v) [desembolsar]
pagar (v) [importe] uitbetalen (v) [importe]
pagar (v) [banca] honoreren (v) [banca]
pagar (v) [importe] honoreren (v) [importe]
pagar (v) [desembolsar] betalen (v) [desembolsar]
pagar (v) [deuda] betalen (v) [deuda]
pagar (v) [diferencia] betalen (v) [diferencia]
pagar (v) [dinero] betalen (v) [dinero]