La búsqueda del término hacer entrar en razón ha obtenido 4 resultados
Ir a
ES Español NL Neerlandés
hacer entrar en razón (v) [razonamiento] redeneren met (v) [razonamiento]
hacer entrar en razón (v) [influencia] door redenering overtuigen om (v) [influencia]
hacer entrar en razón (v) [influencia] overreden tot (v) [influencia]
hacer entrar en razón (v) [influencia] overhalen te doen (v) [influencia]

ES NL Traducciones de hacer

hacer (v) [acción] opmaken (v) [acción]
hacer (v) [cama] opmaken (v) [cama]
hacer (v) [general] opmaken (v) [general]
hacer (v) [escritura] uitschrijven (v) [escritura]
hacer (v) [acción] handelen (v) [acción]
hacer (v) [actuar] handelen (v) [actuar]
hacer (v) [acción] optreden (v) {n} [acción]
hacer (v) [actuar] optreden (v) {n} [actuar]
hacer (v) [escritura] voluit schrijven (v) [escritura]
hacer (n v abbr) [cook] bakken (n v abbr) {n} [cook]

ES NL Traducciones de entrar

entrar (v) [propiedad] betreden (v) [propiedad]
entrar (v) [general] binnenkomen (v) [general]
entrar (v) [pasar adentro] binnenkomen (v) [pasar adentro]
entrar (v) [general] binnentreden (v) [general]
entrar (v) [pasar adentro] binnentreden (v) [pasar adentro]
entrar binnengaan
entrar (v) [general] binnengaan (v) [general]
entrar (v) [pasar adentro] binnengaan (v) [pasar adentro]
entrar (v) [general] gaan in (v) [general]
entrar (v) [pasar adentro] gaan in (v) [pasar adentro]

ES NL Traducciones de en

en (adv) [anticlockwise, counter-clockwise] tegenwijzerzin (adv) [anticlockwise, counter-clockwise] (adv)
en (o) [preposición] bij (o) {m} [preposición]
en (o) [proximidad] bij (o) {m} [proximidad]
en op
en (prep adv) [being directly supported by another] op (prep adv) [being directly supported by another]
en (o) [preposición] op (o) [preposición]
en (o) [proximidad] op (o) [proximidad]
en (adj adv) [on fire] in vuur en vlam (adj adv) [on fire]
en (o) [preposición] aan (o) [preposición]
en (o) [proximidad] aan (o) [proximidad]

ES NL Traducciones de razón

razón (n) [importancia] {f} betekenis (n) {f} [importancia]
razón (n) [importancia] {f} zin (n) {m} [importancia]
razón (n) [proporción] {f} verhouding (n) {f} [proporción]
razón (n) [causa] {f} grond (n) {m} [causa]
razón (n) [facultad mental] {f} verstand (n) {n} [facultad mental]
razón (n) [juicio] {f} verstand (n) {n} [juicio]
razón (n) [facultad mental] {f} gezond verstand (n) {n} [facultad mental]
razón (n) [juicio] {f} gezond verstand (n) {n} [juicio]
razón (n) [facultad mental] {f} redelijkheid (n) {f} [facultad mental]
razón (n) [juicio] {f} redelijkheid (n) {f} [juicio]