La búsqueda del término indicar ha obtenido 101 resultados
ES Español NL Neerlandés
indicar (v) [general] markeren (v) [general]
indicar (v) [denotar] tonen (v) {n} [denotar]
indicar (v) [dirección] tonen (v) {n} [dirección]
indicar (v) [espectáculo] tonen (v) {n} [espectáculo]
indicar (v) [indicación] tonen (v) {n} [indicación]
ES Español NL Neerlandés
indicar (v) [objetos] tonen (v) {n} [objetos]
indicar (v) [denotar] betonen (v) [denotar]
indicar (v) [dirección] betonen (v) [dirección]
indicar (v) [espectáculo] betonen (v) [espectáculo]
indicar (v) [indicación] betonen (v) [indicación]
indicar (v) [denotar] aanduiden (v) [denotar]
indicar (v) [dirección] aanduiden (v) [dirección]
indicar (v) [espectáculo] aanduiden (v) [espectáculo]
indicar (v) [indicación] aanduiden (v) [indicación]
indicar (v) [medicina] aanduiden (v) [medicina]
indicar (v) [objetos] aanduiden (v) [objetos]
indicar (v) [técnico] aanduiden (v) [técnico]
indicar (v) [denotar] aangeven (v) [denotar]
indicar (v) [dirección] aangeven (v) [dirección]
indicar (v) [espectáculo] aangeven (v) [espectáculo]
indicar (v) [indicación] aangeven (v) [indicación]
indicar (v) [medicina] aangeven (v) [medicina]
indicar (v) [objetos] aangeven (v) [objetos]
indicar (v) [técnico] aangeven (v) [técnico]
indicar (v) [espectáculo] suggereren (v) [espectáculo]
indicar (v) [importancia] suggereren (v) [importancia]
indicar (v) [indicio] suggereren (v) [indicio]
indicar (v) [medicina] suggereren (v) [medicina]
indicar (v) [señalar] suggereren (v) [señalar]
indicar (v) [denotar] indiceren (v) [denotar]
indicar (v) [dirección] indiceren (v) [dirección]
indicar (v) [espectáculo] indiceren (v) [espectáculo]
indicar (v) [medicina] indiceren (v) [medicina]
indicar (v) [técnico] indiceren (v) [técnico]
indicar (v) [denotar] aanwijzen (v) [denotar]
indicar (v) [dirección] aanwijzen (v) [dirección]
indicar (v) [espectáculo] aanwijzen (v) [espectáculo]
indicar (v) [indicación] aanwijzen (v) [indicación]
indicar (v) [medicina] aanwijzen (v) [medicina]
indicar (v) [objetos] aanwijzen (v) [objetos]
indicar (v) [técnico] aanwijzen (v) [técnico]
indicar (v) [denotar] duiden op (v) [denotar]
indicar (v) [dirección] duiden op (v) [dirección]
indicar (v) [espectáculo] duiden op (v) [espectáculo]
indicar (v) [importancia] duiden op (v) [importancia]
indicar (v) [indicio] duiden op (v) [indicio]
indicar (v) [medicina] duiden op (v) [medicina]
indicar (v) [objetos] duiden op (v) [objetos]
indicar (v) [señalar] duiden op (v) [señalar]
indicar (v) [técnico] duiden op (v) [técnico]
indicar (v) [consideración] wijzen op (v) [consideración]
indicar (v) [denotar] wijzen op (v) [denotar]
indicar (v) [dirección] wijzen op (v) [dirección]
indicar (v) [espectáculo] wijzen op (v) [espectáculo]
indicar (v) [importancia] wijzen op (v) [importancia]
indicar (v) [indicio] wijzen op (v) [indicio]
indicar (v) [medicina] wijzen op (v) [medicina]
indicar (v) [objetos] wijzen op (v) [objetos]
indicar (v) [señalar] wijzen op (v) [señalar]
indicar (v) [técnico] wijzen op (v) [técnico]
indicar (v) [agüero] voorspellen (v) {n} [agüero]
indicar (v) [importancia] voorspellen (v) {n} [importancia]
indicar (n v) [make known] bekendmaken (n v) [make known]
indicar (v) [denotar] registreren (v) [denotar]
indicar (v) [dirección] registreren (v) [dirección]
indicar (v) [medicina] registreren (v) [medicina]
indicar (v) [técnico] registreren (v) [técnico]
indicar (v) [denotar] de wenselijkheid aantonen van (v) [denotar]
indicar (v) [dirección] de wenselijkheid aantonen van (v) [dirección]
indicar (v) [medicina] de wenselijkheid aantonen van (v) [medicina]
indicar (v) [técnico] de wenselijkheid aantonen van (v) [técnico]
indicar (v) [consideración] opmerkzaam maken op (v) [consideración]
indicar (v) [denotar] zeggen (v) [denotar]
indicar (v) [dirección] zeggen (v) [dirección]
indicar (v) [espectáculo] zeggen (v) [espectáculo]
indicar (v) [indicación] zeggen (v) [indicación]
indicar (v) [agüero] beduiden (v) [agüero]
indicar (v) [importancia] beduiden (v) [importancia]
indicar (v) [agüero] betekenen (v) [agüero]
indicar (v) [importancia] betekenen (v) [importancia]
indicar (v) [indicio] betekenen (v) [indicio]
indicar (v) [agüero] beloven (v) [agüero]
indicar (v) [importancia] beloven (v) [importancia]
indicar (v) [agüero] een teken zijn van (v) [agüero]
indicar (v) [importancia] een teken zijn van (v) [importancia]
indicar (v) [indicio] een teken zijn van (v) [indicio]
indicar (v) [señalar] een teken zijn van (v) [señalar]
indicar (v) [agüero] belang hebben (v) [agüero]
indicar (v) [importancia] belang hebben (v) [importancia]
indicar (v) [importancia] een aanwijzing zijn voor (v) [importancia]
indicar (v) [indicio] een aanwijzing zijn voor (v) [indicio]
indicar (v) [importancia] een indicatie zijn voor (v) [importancia]
indicar (v) [indicio] een indicatie zijn voor (v) [indicio]
indicar (v) [importancia] een teken zijn voor (v) [importancia]
indicar (v) [indicio] een teken zijn voor (v) [indicio]
indicar (v) [indicación] signaleren (v) [indicación]
indicar (v) [indicación] duidelijk maken (v) [indicación]
indicar (v) [denotar] wijzen (v) [denotar]
indicar (v) [dirección] wijzen (v) [dirección]
indicar (v) [espectáculo] wijzen (v) [espectáculo]
indicar (v) [indicación] wijzen (v) [indicación]