La búsqueda del término janken ha obtenido 19 resultados
NL Neerlandés ES Español
janken (v) [dieren] romper a llorar (v) [dieren]
janken (v) [hond] gimotear (v) [hond]
janken (v) [hond] gañir (v) [hond]
janken (v) [droefheid] gañir (v) [droefheid]
janken (v) [dieren] gañir (v) [dieren]
NL Neerlandés ES Español
janken (n v) [utter a yowl] aullar (n v) [utter a yowl]
janken (v) [kat] aullar (v) [kat]
janken (v) [droefheid] aullar (v) [droefheid]
janken (v) [dieren] aullar (v) [dieren]
janken (v) [droefheid] romper a llorar (v) [droefheid]
janken (v) [pijn] gritar (v) [pijn]
janken (v) [hond] gemir (v) [hond]
janken (v) [droefheid] gemir (v) [droefheid]
janken (v) [dieren] gemir (v) [dieren]
janken (v) [droefheid] lloriquear (v) [droefheid]
janken (v) [droefheid] lamentarse (v) [droefheid]
janken llorar
janken (v) [droefheid] llorar a lágrima viva (v) [droefheid]
janken (v) [dieren] llorar a lágrima viva (v) [dieren]

'Traducciones del Neerlandés al Español

NL Sinónimos de janken ES Traducciones
huilen [blèren] llorar
schreeuwen [blèren] n gritar
zeuren [dreinen] lloriquear
schreien [grienen] lacrimar (v)
snikken [grienen] sollozar
wenen [grienen] llorar
kermen [huilen] lloriquear
gillen [krijten] n gritar
blèren [krijten] balar