La búsqueda del término onbeschoftheid ha obtenido 30 resultados
NL Neerlandés ES Español
onbeschoftheid (n) [gedrag] {f} tosquedad (n) {f} [gedrag]
onbeschoftheid (n) [gedrag] {f} incivilidad (n) {f} [gedrag]
onbeschoftheid (n) [gedrag] {f} falta de tacto (n) {f} [gedrag]
onbeschoftheid (n) [gedrag] {f} falta de delicadeza (n) {f} [gedrag]
onbeschoftheid (n) [gedrag] {f} mala educación (n) {f} [gedrag]
NL Neerlandés ES Español
onbeschoftheid (n) [gedrag] {f} mala conducta (n) {f} [gedrag]
onbeschoftheid (n) [gedrag] {f} indiscreción (n) {f} [gedrag]
onbeschoftheid (n) [gedrag] {f} ordinariez (n) {f} [gedrag]
onbeschoftheid (n) [gedrag] {f} caradura (n) {f} [gedrag]
onbeschoftheid (n) [gedrag] {f} descortesía (n) {f} [gedrag]
onbeschoftheid (n) [gedrag] {f} dureza (n) {f} [gedrag]
onbeschoftheid (n) [gedrag] {f} desfachatez (n) {f} [gedrag]
onbeschoftheid (n) [gedrag] {f} frescura (n) {f} [gedrag]
onbeschoftheid (n) [gedrag] {f} impertinencia (n) {f} [gedrag]
onbeschoftheid (n) [gedrag] {f} grosería (n) {f} [gedrag]
onbeschoftheid (n) [gedrag] {f} descaro (n) {m} [gedrag]
onbeschoftheid (n) [gedrag] {f} acritud (n) {f} [gedrag]
onbeschoftheid (n) [gedrag] {f} sequedad (n) {f} [gedrag]
onbeschoftheid (n) [gedrag] {f} rudeza (n) {f} [gedrag]
onbeschoftheid (n) [gedrag] {f} aspereza (n) {f} [gedrag]
onbeschoftheid (n) [gedrag] {f} brusquedad (n) {f} [gedrag]
onbeschoftheid (n) [gedrag] {f} incultura (n) {f} [gedrag]
onbeschoftheid (n) [gedrag] {f} monstruosidad (n) {f} [gedrag]
onbeschoftheid (n) [gedrag] {f} bestialidad (n) {f} [gedrag]
onbeschoftheid (n) [gedrag] {f} crueldad (n) {f} [gedrag]
onbeschoftheid (n) [gedrag] {f} barbaridad (n) {f} [gedrag]
onbeschoftheid (n) [gedrag] {f} brutalidad (n) {f} [gedrag]
onbeschoftheid (n) [gedrag] {f} barbarie (n) {f} [gedrag]
onbeschoftheid (n) [gedrag] {f} desvergüenza (n) {f} [gedrag]
onbeschoftheid (n) [gedrag] {f} insolencia (n) {f} [gedrag]

'Traducciones del Neerlandés al Español

NL Sinónimos de onbeschoftheid ES Traducciones
gotspe [brutaliteit] m atrevimento {m}
onhebbelijkheid [brutaliteit] f tique {m}
lompheid [lompheid] f indelicadeza {f}
brutaliteit [driestheid] f indelicadeza {f}