Woxikon / Diccionario / Español Neerlandés / P / permiso de conducir

ES NL Traducciones del Español al Neerlandés de permiso de conducir

La búsqueda del término permiso de conducir ha obtenido 2 resultados
Ir a
ES Español NL Neerlandés
permiso de conducir (n) [documenting permitting this person to drive] {m} rijbewijs (n) {n} [documenting permitting this person to drive]
permiso de conducir (n) [documenting permitting this person to drive] {m} rijvaardigheidsbewijs (n) [documenting permitting this person to drive] (n)

ES NL Traducciones de permiso

permiso (n) [aprobación] {m} goedkeuring (n) {f} [aprobación]
permiso (n) [comercio - derecho] {m} goedkeuring (n) {f} [comercio - derecho]
permiso (n) [compañía] {m} goedkeuring (n) {f} [compañía]
permiso (n) [consentimiento] {m} goedkeuring (n) {f} [consentimiento]
permiso (n) [documento] {m} goedkeuring (n) {f} [documento]
permiso (n) [general] {m} goedkeuring (n) {f} [general]
permiso (n) [aprobación] {m} instemming (n) {f} [aprobación]
permiso (n) [comercio - derecho] {m} instemming (n) {f} [comercio - derecho]
permiso (n) [compañía] {m} instemming (n) {f} [compañía]
permiso (n) [consentimiento] {m} instemming (n) {f} [consentimiento]

ES NL Traducciones de de

de (o) [concerniente] betreffende (o) [concerniente]
de (o) [sujeto] betreffende (o) [sujeto]
de (o) [concerniente] omtrent (o) [concerniente]
de (o) [sujeto] omtrent (o) [sujeto]
de (o) [concerniente] over (o) [concerniente]
de (prep adv adj) [concerning] over (prep adv adj) [concerning]
de (o) [sujeto] over (o) [sujeto]
de (o) [concerniente] met betrekking tot (o) [concerniente]
de (o) [sujeto] met betrekking tot (o) [sujeto]
de (prep adv adj) [concerning] in verband met (prep adv adj) [concerning]

ES NL Traducciones de conducir

conducir (n v) [direct or manage] {m} leiden (n v) {n} [direct or manage]
conducir (v) [guiar] {m} leiden (v) {n} [guiar]
conducir (v) [persona] {m} leiden (v) {n} [persona]
conducir (n) [automóviles] {m} autorijden (n) {n} [automóviles]
conducir (v) [automóviles] {m} autorijden (v) {n} [automóviles]
conducir (v) [vehículos] {m} autorijden (v) {n} [vehículos]
conducir (v) [automóviles] {m} rijden (v) [automóviles]
conducir (v n) [operate (a wheeled motorized vehicle)] {m} rijden (v n) [operate (a wheeled motorized vehicle)]
conducir (v) [vehículos] {m} rijden (v) [vehículos]
conducir (v n) [To manage; to conduct; to treat.] {m} behandelen (v n) [To manage; to conduct; to treat.]