stevig vastmaken traducción - Español Neerlandés traducción de stevig vastmaken

Woxikon / Diccionario / Español Neerlandés / S / stevig vastmaken

La búsqueda del término stevig vastmaken ha obtenido uno resultado

Ir a

NL	Neerlandés	ES	Español
	stevig vastmaken (n) [algemeen] {n}		aseguración (n) {f} [algemeen]

NL ES Traducciones de stevig

	stevig (adj n) [firmly built]		robusto (adj n) [firmly built]
	stevig (a) [lichaam]		robusto (a) [lichaam]
	stevig (a) [maaltijd]		robusto (a) [maaltijd]
	stevig (adj n) [of firm build]		robusto (adj n) [of firm build]
	stevig (adj n v) [colloquial: harsh, severe]		severo (adj n v) [colloquial: harsh, severe]
	stevig (a) [lichaam]		fuerte (a) {m} [lichaam]
	stevig (a) [maaltijd]		fuerte (a) {m} [maaltijd]
	stevig (adj n) [of firm build]		fuerte (adj n) {m} [of firm build]
	stevig (a) [lichaam]		abundante (a) [lichaam]
	stevig (a) [maaltijd]		abundante (a) [maaltijd]

NL ES Traducciones de vastmaken

	vastmaken (v) [nautisch] vastgemaakt maakt vast maken vast maakte vast maakten vast		fijar (v) [nautisch] fijado fijas fijan hubieron fijado hubiste fijado
	vastmaken (n v) [to attach] vastgemaakt maakt vast maken vast maakte vast maakten vast		fijar (n v) [to attach] fijado fijas fijan hubieron fijado hubiste fijado
	vastmaken (v) [vasthechten] vastgemaakt maakt vast maken vast maakte vast maakten vast		fijar (v) [vasthechten] fijado fijas fijan hubieron fijado hubiste fijado
	vastmaken (n v) [to attach] vastgemaakt maakt vast maken vast maakte vast maakten vast		pegar (n v) [to attach] pegado pegan pegas hubieron pegado hubiste pegado
	vastmaken (v) [nautisch] vastgemaakt maakt vast maken vast maakte vast maakten vast		amarrar (v) [nautisch] amarrado amarran amarras hubiste amarrado hubieron amarrado
	vastmaken (n v) [to restrict something with a tether] vastgemaakt maakt vast maken vast maakte vast maakten vast		amarrar (n v) [to restrict something with a tether] amarrado amarran amarras hubiste amarrado hubieron amarrado
	vastmaken (v) [vasthechten] vastgemaakt maakt vast maken vast maakte vast maakten vast		amarrar (v) [vasthechten] amarrado amarran amarras hubiste amarrado hubieron amarrado
	vastmaken (v) [nautisch] vastgemaakt maakt vast maken vast maakte vast maakten vast		asegurar (v) [nautisch] asegurado aseguran aseguras hubiste asegurado hubieron asegurado
	vastmaken (v) [vasthechten] vastgemaakt maakt vast maken vast maakte vast maakten vast		asegurar (v) [vasthechten] asegurado aseguran aseguras hubiste asegurado hubieron asegurado
	vastmaken (v) [nautisch] vastgemaakt maakt vast maken vast maakte vast maakten vast		sujetar (v) [nautisch] sujetado sujetan sujetas hubiste sujetado hubieron sujetado