Woxikon / Diccionario / Español Neerlandés / V / verminderen

ES NL Traducciones del Español al Neerlandés de verminderen

La búsqueda del término verminderen ha obtenido 84 resultados
Ir a Neerlandés » Español
NL Neerlandés ES Español
verminderen (v) [interesseren] menguar (v) [interesseren]
verminderen (v) [prijs] rebajar (v) [prijs]
verminderen (v) [pijn] atenuar (v) [pijn]
verminderen (v) [matigen] atenuar (v) [matigen]
verminderen (v) [verlagen] recortar (v) [verlagen]
NL Neerlandés ES Español
verminderen (v) [inkorten] recortar (v) [inkorten]
verminderen (v) [interesseren] reducirse (v) [interesseren]
verminderen (v) [hoeveelheid] reducirse (v) [hoeveelheid]
verminderen (v) [geluid] reducirse (v) [geluid]
verminderen (v) [afnemen] reducirse (v) [afnemen]
verminderen (v n) [to bring down or reduce to a lower state] menguar (v n) [to bring down or reduce to a lower state]
verminderen (v n) [to empty by drawing or letting out the contents] agotar (v n) [to empty by drawing or letting out the contents]
verminderen (v) [hoeveelheid] menguar (v) [hoeveelheid]
verminderen (v) [geluid] menguar (v) [geluid]
verminderen (v) [afnemen] menguar (v) [afnemen]
verminderen (v) [personeelsbestand] mermar (v) [personeelsbestand]
verminderen (v) [interesseren] mermar (v) [interesseren]
verminderen (v) [inkorten] mermar (v) [inkorten]
verminderen (v) [hoeveelheid] mermar (v) [hoeveelheid]
verminderen (v) [grootte] mermar (v) [grootte]
verminderen (v) [geluid] mermar (v) [geluid]
verminderen (v) [matigen] aplacar (v) [matigen]
verminderen (v) [To make smaller] diminuir (v) [To make smaller]
verminderen (v) [waarde] quitar mérito a (v) [waarde]
verminderen (v) [waarde] deslucir (v) [waarde]
verminderen (v) [pijn] sosegar (v) [pijn]
verminderen (v) [matigen] sosegar (v) [matigen]
verminderen (v) [pijn] apaciguar (v) [pijn]
verminderen (v) [matigen] apaciguar (v) [matigen]
verminderen (v) [pijn] mitigar (v) [pijn]
verminderen (v) [matigen] mitigar (v) [matigen]
verminderen (v) [pijn] aplacar (v) [pijn]
verminderen (v) [besnoeien] mermar (v) [besnoeien]
verminderen (v) [pijn] calmar (v) [pijn]
verminderen (v) [matigen] calmar (v) [matigen]
verminderen (v) [pijn] aliviar (v) [pijn]
verminderen (v) [matigen] aliviar (v) [matigen]
verminderen (v) [verlagen] restringir (v) [verlagen]
verminderen (v) [inkorten] restringir (v) [inkorten]
verminderen (v) [grootte] restringir (v) [grootte]
verminderen (v) [besnoeien] restringir (v) [besnoeien]
verminderen (v) [afnemen] restringir (v) [afnemen]
verminderen (v) [afnemen] reducir (v) [afnemen]
verminderen (v) [afnemen] bajar (v) [afnemen]
verminderen (v) [verlagen] reducir (v) [verlagen]
verminderen (v n) [to bring down or reduce to a lower state] reducir (v n) [to bring down or reduce to a lower state]
verminderen (v) [personeelsbestand] reducir (v) [personeelsbestand]
verminderen (v) [interesseren] reducir (v) [interesseren]
verminderen (v) [inkorten] reducir (v) [inkorten]
verminderen (v) [hoeveelheid] reducir (v) [hoeveelheid]
verminderen (v) [grootte] reducir (v) [grootte]
verminderen (v) [geluid] reducir (v) [geluid]
verminderen (v) [besnoeien] reducir (v) [besnoeien]
verminderen (v) [geluid] bajar (v) [geluid]
verminderen (v) [personeelsbestand] disminuir (v) [personeelsbestand]
verminderen (v n) [make smaller] disminuir (v n) [make smaller]
verminderen (v) [interesseren] disminuir (v) [interesseren]
verminderen (v) [inkorten] disminuir (v) [inkorten]
verminderen (v) [hoeveelheid] disminuir (v) [hoeveelheid]
verminderen (v) [grootte] disminuir (v) [grootte]
verminderen (v) [geluid] disminuir (v) [geluid]
verminderen (v) [besnoeien] disminuir (v) [besnoeien]
verminderen (v) [afnemen] disminuir (v) [afnemen]
verminderen (v) [besnoeien] abreviar (v) [besnoeien]
verminderen (v) [afnemen] mermar (v) [afnemen]
verminderen (v n) [to bring down or reduce to a lower state] suprimir (v n) [to bring down or reduce to a lower state]
verminderen (v) [verlagen] acortar (v) [verlagen]
verminderen (v) [inkorten] acortar (v) [inkorten]
verminderen (v) [grootte] acortar (v) [grootte]
verminderen (v) [besnoeien] acortar (v) [besnoeien]
verminderen (v) [afnemen] acortar (v) [afnemen]
verminderen (v) [verlagen] abreviar (v) [verlagen]
verminderen (v) [inkorten] abreviar (v) [inkorten]
verminderen (v) [grootte] abreviar (v) [grootte]
verminderen (v) [To make smaller] disminuir (v) [To make smaller]
verminderen (v) [afnemen] abreviar (v) [afnemen]
verminderen (v) [waarde] quitar (v) [waarde]
verminderen (v) [interesseren] decrecer (v) [interesseren]
verminderen (v) [hoeveelheid] decrecer (v) [hoeveelheid]
verminderen (v) [geluid] decrecer (v) [geluid]
verminderen (v) [afnemen] decrecer (v) [afnemen]
verminderen (v) [interesseren] bajar (v) [interesseren]
verminderen (v) [hoeveelheid] bajar (v) [hoeveelheid]
verminderen (v) [grootte] bajar (v) [grootte]

'Traducciones del Neerlandés al Español

NL Sinónimos de verminderen ES Traducciones
terugbrengen [beperken] carry back
reduceren [beperken] reduce
verzachten [lenigen] alleviate
matigen [lenigen] ease
minder worden [dalen] wear off
verlagen [verkleinen] decrease
minimaliseren [verkleinen] play down
afnemen [slinken] diminish
inkrimpen [slinken] reduce
inperken [begrenzen] cut down
markeren [begrenzen] mark down
verkleinen [begrenzen] diminish
dalen [lager worden] wane
terugdringen [terugbrengen] repulse (formal)
lenigen [verzachten] pacify
verlichten [verzachten] alleviate
teruglopen [achteruitgaan] become less
verzwakken [slijten] debilitate
slinken [afnemen] shrunken
begrenzen [inkrimpen] limit