La búsqueda del término winst ha obtenido 17 resultados
NL Neerlandés ES Español
winst (n) [algemeen] {f} ganancia (n) {f} [algemeen]
winst (n) [opbrengst] {f} lucro (n) {m} [opbrengst]
winst (n) [gokken] {f} lucro (n) {m} [gokken]
winst (n) [bedrijf] {f} lucro (n) {m} [bedrijf]
winst (n) [algemeen] {f} lucro (n) {m} [algemeen]
NL Neerlandés ES Español
winst (prep adj adv n v) [what one gains (profit)] {f} ganancia (prep adj adv n v) {f} [what one gains (profit)]
winst (n) [opbrengst] {f} ganancia (n) {f} [opbrengst]
winst (n) [gokken] {f} ganancia (n) {f} [gokken]
winst (n) [bedrijf] {f} ganancia (n) {f} [bedrijf]
winst (n) [algemeen] {f} ganancias (n) {f} [algemeen]
winst (n) [opbrengst] {f} utilidades (n) {f} [opbrengst]
winst (n) [gokken] {f} utilidades (n) {f} [gokken]
winst (n) [bedrijf] {f} utilidades (n) {f} [bedrijf]
winst (n) [algemeen] {f} utilidades (n) {f} [algemeen]
winst (n) [opbrengst] {f} ganancias (n) {f} [opbrengst]
winst (n) [gokken] {f} ganancias (n) {f} [gokken]
winst (n) [bedrijf] {f} ganancias (n) {f} [bedrijf]

'Traducciones del Neerlandés al Español

NL Sinónimos de winst ES Traducciones
zege [triomf] victoria {f}
overwinning [triomf] f victoria {f}
rendement [opbrengst] n rendimiento {m}
vrucht [opbrengst] m fruto
profijt [opbrengst] n ventaja {f}
opbrengst [profijt] f agosto {m}
salaris [verdienste] n sueldo {m}
triomf [overwinning] m triunfo {m}
voordeel [baat] n ventaja {f}
verdienste [inkomen] f virtud {f}