La búsqueda del término afbetalen ha obtenido 9 resultados
NL | Neerlandés | ES | Español | |
| afbetalen (v) [handel - financiën] - afbetaald
- betaalt af
- betalen af
- betaalde af
- betaalden af
| | saldar (v) [handel - financiën] - saldado
- saldas
- saldan
- hubiste saldado
- hubieron saldado
| |
| afbetalen (v) [schuld] - afbetaald
- betaalt af
- betalen af
- betaalde af
- betaalden af
| | saldar (v) [schuld] - saldado
- saldas
- saldan
- hubiste saldado
- hubieron saldado
| |
| afbetalen (v) [handel - financiën] - afbetaald
- betaalt af
- betalen af
- betaalde af
- betaalden af
| | liquidar (v) [handel - financiën] - liquidado
- liquidan
- liquidas
- hubiste liquidado
- hubieron liquidado
| |
| afbetalen (v) [schuld] - afbetaald
- betaalt af
- betalen af
- betaalde af
- betaalden af
| | liquidar (v) [schuld] - liquidado
- liquidan
- liquidas
- hubiste liquidado
- hubieron liquidado
| |
| afbetalen (v) [handel - financiën] - afbetaald
- betaalt af
- betalen af
- betaalde af
- betaalden af
| | amortizar (v) [handel - financiën] - amortizado
- amortizan
- amortizas
- hubiste amortizado
- hubieron amortizado
| |
NL | Neerlandés | ES | Español | |
| afbetalen (v) [schuld] - afbetaald
- betaalt af
- betalen af
- betaalde af
- betaalden af
| | amortizar (v) [schuld] - amortizado
- amortizan
- amortizas
- hubiste amortizado
- hubieron amortizado
| |
| afbetalen (v) [schuld] - afbetaald
- betaalt af
- betalen af
- betaalde af
- betaalden af
| | pagar (v) [schuld] - pagado
- pagan
- pagas
- hubieron pagado
- hubiste pagado
| |
| afbetalen (v) [schuld] - afbetaald
- betaalt af
- betalen af
- betaalde af
- betaalden af
| | satisfacer (v) [schuld] - satisfecho
- satisfacen
- satisfaces
- hubieron satisfecho
- hubiste satisfecho
| |
| afbetalen (v) [to discharge a claim or debt] - afbetaald
- betaalt af
- betalen af
- betaalde af
- betaalden af
| | exculpar (v) [to discharge a claim or debt] - exculpado
- exculpan
- exculpas
- hubieron exculpado
- hubiste exculpado
| |