La búsqueda del término Pas ha obtenido 25 resultados
NL Neerlandés ES Español
pas (n) [reizen] {m} pase (n) {m} [reizen]
pas (n) [wandelen] {m} zancada (n) {f} [wandelen]
pas (n) [afstand] {m} zancada (n) {f} [afstand]
pas (n) [werktuigen] {m} nivel de aire (n) {m} [werktuigen]
pas (n) [sport] {m} pasaporte (n) {m} [sport]
pas (n) [reizen] {m} pasaporte (n) {m} [reizen]
pas (n) [militair] {m} pasaporte (n) {m} [militair]
pas (o) [tijd] {m} reciente (o) [tijd]
pas (o) [tijd] {m} hace poco (o) [tijd]
pas (o) [tijd] {m} últimamente (o) [tijd]
pas (o) [tijd] {m} recientemente (o) [tijd]
pas (n) [werktuigen] {m} nivel (n) {m} [werktuigen]
pas (n) [sport] {m} pase (n) {m} [sport]
pas (n) [militair] {m} permiso (n) {m} [militair]
pas (n) [militair] {m} pase (n) {m} [militair]
pas (n) [wandelen] {m} modo de andar (n) {m} [wandelen]
pas (n) [wandelen] {m} paso (n) {m} [wandelen]
pas (n) [distance of one footstep] {m} paso (n) {m} [distance of one footstep]
pas (n) [afstand] {m} paso (n) {m} [afstand]
pas (n) [wandelen] {m} andar (n) {m} [wandelen]
pas (a) [positie] {m} horizontal (a) {f} [positie]
pas (a) [positie] {m} a nivel (a) [positie]
pas (o) [tijd] {m} apenas (o) [tijd]
pas (n) [sport] {m} permiso (n) {m} [sport]
pas (n) [reizen] {m} permiso (n) {m} [reizen]

'Traducciones del Neerlandés al Español

NL Sinónimos de pas ES Traducciones
onlangs [laatst] ny-
recent [laatst] ny
passend [op maat] ägnad
waterpas [waterpas] n vattenpass {n}
stap [schrede] m steg {n}
tred [schrede] m steg {n}
paspoort [laissez-passer] n pass {n}
doorgang [bergpas] m gränd (u)
passage [bergpas] f väg (u)
pasje [betaalpas] n tillståndsbevis {n}
nauwelijks [juist] med svårighet
net [juist] n elnät (n v)
slechts [nog maar] endast
identiteitskaart [legitimatiebewijs] m legitimation {n}
poort [doorgang] m port (u)
recentelijk [kortelings] ny-
legitimatiebewijs [identiteitskaart] n ID-kort {n}
amper [net] med nöd och näppe
eerst [pas] först
even [aanstonds] jämn